Positieve gezondheid in vitale organisaties

Positieve gezondheid in vitale organisaties

Machteld Huber introduceerde het concept positieve gezondheid in Nederland in 2012. In dit concept wordt gezondheid niet meer gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Het gaat daarbij vooral om het vermogen om met veranderende omstandigheden om te kunnen gaan.

Het toepassen van de beginselen van positieve gezondheid leidt tot vitale organisatie waar medewerkers optimaal presteren.

Duurzame en wendbare inzetbaarheid door gezond werken.

Met een goede gezondheid kun je goed werken, tot op hoge leeftijd. Maar andersom is ook waar: werken is goed voor de gezondheid. Gezondheid op de werkvloer en daarbuiten is daarom een zaak van werknemers én werkgevers.

Door de vergrijzing stijgt de gemiddelde leeftijd van werknemers. Fysieke gezondheid is daarbij een belangrijk onderwerp, en ook de mentale fitheid van medewerkers is van groot belang. Het ziekteverzuim is in Nederland gemiddeld bijna 4%, met uitschieters naar boven of beneden in sommige bedrijfstakken. Daarnaast zijn er ongeveer 800.000 mensen (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt.

Werkgevers en werknemers moeten zich dan ook blijven inspannen voor een fitte organisatie, waarin de werknemers minder vaak ziek worden, uitvallen of arbeidsongeschikt raken.
Mensen met bijvoorbeeld een taalachterstand of een beperking kunnen ook aan de arbeidsmarkt deelnemen, hetgeen een belangrijke bijdrage levert aan hun gezondheid.

Als werknemers en werkgevers samen werken aan duurzame en wendbare inzetbaarheid, ontstaat er een vitaal arbeidsklimaat met gezonde werknemers die langer kunnen deelnemen. En die daarna nog genoeg energie over hebben om te kunnen genieten van hun welverdiende pensioen.
Voor bedrijven die deze visie omarmd hebben, is gezondheidsmanagement geen kostenpost, maar juist een verdienmodel.

Delen is leuk!